Maandag 1 augustus 2016
Zoals gebruikelijk verlaten we rond een uur of 11 de camperplaats. We willen verder langs de kust, in ieder geval tot Ile de Noirmoutier. We hebben daar ooit heel mooi overnacht, vlakbij de vuurtoren op het verste eind van het eiland.
Wanneer we daar aankomen, in de namiddag, blijkt die plek geheel bezet. Het is een betaalde camperplek geworden voor 16 campers. Jammer, dan gaan we het eiland weer af en een stukje verder.
Een mooie plek aan zee zit er vandaag niet in. Enkele campings waren geheel ‘complet’, vol dus. En met prijzen boven de 30 euro heb ik een beetje moeite, voor een nachtje parkeren…
Het wordt een France Passion-adres, de ‘club’ waar we lid van zijn: gratis overnachten bij meer dan 1000 wijn- en andere boeren in Frankrijk. In dit geval een bio-boer met winkeltje.
Vandaag gereden: 241km. Totaal: 5451km.
Na een rustige nacht op het platteland zijn we vanochtend rond half tien vertrokken naar het iets verderop gelegen dorp Paimboeuf. Een oud dorp aan de Loire, met een mistroostig uitzicht op het aan de overkant gelegen chemisch-industrieeel complex van de stad St. Nazaire.
Het was op de kade in dit dorp, begin jaren ’80, dat we ’s nachts om een uur of drie met 3 auto’s en pakweg 15 mensen bezig waren om drie snelle rubberboten te water te laten. ‘We’, dat was een team medewerkers van Greenpeace uit Nederland (2 busjes), België, Frankrijk en Duitsland (grote Mercedesbus met aanhanger). Zelf was ik, als gelicenseerd/bevoegd radioamateur én scheepsradiotelefonist, verantwoordelijk voor alle communicatie. Mobieltjes waren er nog niet dus ik had van het schip de Sirius uit Amsterdam de nodige radioapparatuur meegenomen.
In Paimboeuf stond een grote chemische fabriek van Octel die verantwoordelijk was voor de productie van de helft van alle vloeibare lood in Europa, bedoeld voor in de benzine. Greenpeace streed voor loodvrije benzine want looddampen uit uitlaatgassen zijn zeer giftig, met name voor jonge kinderen met hersenen in de groei.
Twee keer per week kwam een tanker het vloeibare lood ophalen om dit vervolgens te verdelen over de Europese olieraffinaderijen. De Loire is ter plaatse breed en deels ondiep, dus die tanker mag alleen de rivier op en af met behulp van zeeslepers. Met de rubberboten konden we dagenlang voorkomen dat die zeeslepers langszij de volgeladen tanker kwamen om het schip de rivier af te begeleiden, naar open zee. Daardoor raakte de opslag van de fabriek vol, en dreigde de fabriek te moeten worden stilgelegd.
Het genereerde veel media-aandacht, vooral van radio en televisie. Toen de Franse overheid dreigde beslag te laten leggen op al onze boten, auto’s enz. hebben we de actie beëindigd en konden we naar huis. Tegenwoordig is loodvrije benzine heel normaal.
We gaan verder. Over de grote brug over de Loire bij St. Nazaire rijden we Bretagne binnen. Ons doel: Carnac, met de honderden menhirs. Het blijft indrukwekkend en heel bijzonder, die grote oppervlakte vol met die stenen, groot en klein!
[clear]
Tegen het eind van de middag vinden we weer een plekje aan zee, Femma’s grote wens. Wel een erg scheve plek, maar met de kunststof wielblokken aangevuld met wat blokken hardhout zetten we de auto redelijk waterpas. We zullen het bed wel niet uitrollen…
Vandaag gereden: 264km. Totaal: 5715km.
Vroeg op. Femma is om kwart voor zes wakker en gaat eruit. Het is grijs buiten en het miezert. Jammer van het mooie uitzicht. Ik slaap nog even door, maar om 7 uur zitten we aan het ontbijt en om 8 uur zijn we klaar om te vertrekken. De oorspronkelijke bedoeling was opstaan om 7 uur en vroeg op weg. Dat is in ieder geval gelukt…
De reden van het vroege vertrek was een bezoek aan het middeleeuwse centrum van het 20km verderop gelegen Concarneau. We weten van lang geleden dat het daar overdag vreselijk druk wordt, dus wie vroeg komt heeft een parkeerplaatsje.
Jammer dat het regende in Concarneau, we wandelden onder de paraplu door het stadje. Weinig toeristen nog, sommige winkeltjes moesten de deuren nog openen. Aan het eind van de hoofdstraat drinken we koffie en daarna wandelen we terug in de richting van de auto. Aan het begin van de middag verlaten we Concarneau richting de Bretonse noordkust. Het is weer droog.
We nemen een toeristische route door het Parc Naturel Régional d’Armorique. Dat blijkt een hele mooie route, over de D785. De zon breekt door en we doen onderweg een paar geocaches, beide bij een kerkje. Het ene kerkje is heel mooi, heel oud en buiten gebruik. De tweede is een kapelletje op de top van een kale heuvel met fantastische uitzichten in alle richtingen.
Ten noord-oosten van de stad Morlaix komen we aan de Bretonse noordkust. Mooi hoor! Prachtige goudgele stranden, fraaie rotspartijen en heuvels langs zee. Ideaal om langs de kust te toeren. Gelet op de tijd steken we door naar Paimpol.
Boven dit stadje hebben we ooit overnacht aan de kust, met uitzicht op Ile-de-Bréhat, een eilandje waar je met de veerboot naar toe kunt. Dat hebben we toen gedaan, nu komen we alleen om te overnachten. Bovenstaand ons uitzicht vanaf de camper!
Vandaag gereden: 222km. Totaal: 5937km.
Het is al rond 12 uur wanneer we hier vertrekken. We volgen de kust naar Notre-Dame-Le-Guildo, bijna 100km verderop gelegen. Daar zijn twee campings waar we vaker zijn geweest. Eens kijken of ze een plekje voor ons hebben!
De gedeeltes onderweg waar we dicht langs de kust rijden zijn prachtig! Bretagne heeft echt fantastische stranden, een zeer gevarieerde kust met veel kliffen en rotspartijen én leuke plaatsjes. Nadeel: bij letterlijk élk dorp staat een bord dat het overnachten met campers is gereglementeerd. Dus overnachten op zomaar een parkeerplaats is verboden, het dorp heeft een camperplaats. Soms ligt die van de kust af, buiten het dorp en tussen de weilanden. Wie wil daar nou staan? Parkeren en overnachten aan een leuk haventje is er niet meer bij, overal die slagbomen op een hoogte tussen de 1,90m en 2,10m. Wél weer ideaal voor de bezitters van een VW-kampeerbusje met hefdak!
Rond half vier zijn we vlak bij de camping, aan de kant van de badplaats Saint Cast le Guildo, bovenop een klif. We kijken uit over de baai van St. Jacut, waaraan ook de camping ligt, enkele kilometers verder.
De baai, meerdere vierkante kilometers groot, valt geheel droog bij eb. De getijdeverschillen zijn hier erg groot! In die droogvallende baai zijn bedrijven actief die mosselen kweken. Vanaf de kliffen is dat mooi te zien!
Het is opkomend tij en de mosselkwekers komen terug. Ze gebruiken tractoren, aanhangers, aluminium boten én een aluminium amfibievoertuig: een schip met wielen die zo het strand oprijdt! Op zich wel apart, die grote amfibivoertuigen, die de mosselkwekers gebruiken. Vanaf een afstand lijken het vissersschepen, maar ze hebben drie wielen en rijden als een soort vrachtwagen het strand op.
We rijden door naar de camping, gelegen onderin een steil dal waar een riviertje uitkomt in zee. Een prachtig ‘eigen’strandje, tenminste bij vloed. Bij eb is het immers een kilometers groot strand!
We mogen zelf een plekje uitkiezen, dat wordt nummer 33. Daar stonden we al een paar keer eerder, lang geleden! We hebben ons geinstalleerd en zijn meteen een wandeling naar zee gaan maken, zie de foto’s hierboven.
Het is nu 18.00 uur, weblog klaar, een vrije avond! 😉
En eh… morgen blijven we hier! Vanaf 09.00 uur is het afgaand tij, dat wordt een flinke wandeling op de blote voeten!
Vandaag gereden: 116km. Totaal: 6053km.
Op tijd op: wandeling over de vers drooggevallen zeebodem!
Om half tien doen we de eerste poging. Tja, het is nog steeds hoog water en het strand ziet er ‘normaal’ uit. Terwijl ik naar de zee kijk zeg ik tegen Femma: “wat zwemt daar, kind, hond?” Iets klein, donker, pakweg 15/20 meter van het strand. “Hondje”, zegt Femma. Op dat moment duikt ‘ie onder: zeehond! Het viel niet mee, maar hij staat op de foto!
Rond 11 uur nog eens gekeken, tweede poging. Het water staat nog steeds te hoog, van afnemend tij is nog weinig te zien. Na 12 uur, bij de derde poging, kunnen we los!
Het is fantastisch om over het zandstrand te lopen, langs de rotsen. Telkens vallen er weer nieuwe stukjes strand droog. Op de rotsen blijven her en der plassen zeewater staan waarin nog kleine visjes zwemmen, kreeftjes etc. Het is te hopen dat de zee terug is voor deze “vijvertjes” droogvallen!
Na enkele uren rondscharrelen zijn we weer terug bij het strandje van de camping. We hebben niet de oversteek gemaakt naar de overkant, dat hebben we vroeger al eens gedaan. Toch gauw 6km, heen en terug! En dan wel zorgen dat je op tijd bent…
De rest van de middag brengen we door op de camping. Femma leest een boek, ik maak een aantal verbindingen in de 10 meterband. Daar zijn leuke short-skip condities: ik maak verbinding met diverse Europese stations, waaronder een Nederlander, enkele Duitsers, een Ier, Schotten, een Hongaar, een Noor en een Sloveen. Met de Schot, Gordon MM0GOR in Glasgow, heb ik gezellig een tijdje zitten kletsen.
Vandaag gereden: 0km. Totaal: 6053km.
Femma krijgt ontbijt op bed, ze is vandaag jarig!
De plannen: eerst een wandeling naar de cache. Een stukje landinwaarts moet er eentje verstopt zijn, die zoeken we op. Daarna vertrek van de camping; in St. Cast, een stadje aan de kust 7km terug, is een antiek/rommelmarkt. Dat vindt Femma leuk, dus daar gaan we even kijken.
De cache is snel gevonden, hoewel toch een beetje lastig verstopt: een holletje in de helling, met stenen ervoor. Onder dicht bladerdek, dan doet de GPS het niet meer zo goed want die “ziet” geen satellieten meer.
We wandelen terug naar de camping. Het meeste hebben we al opgeruimd en ingepakt. We vullen nog snel de lege watertankjes, dan kunnen we vertrekken naar St. Cast. Een kort ritje.
De antiek/rommelmarkt valt tegen, het is maar een kleine rommelmarkt. Omdat het ook op de camping werd aangekondigd hadden we iets veel groters verwacht.
Parkeren is geen probleem en in een half uurtje hebben we de markt wel gezien. We gaan verder!
Vanwege de tijd nemen we de snelweg naar het noorden. We willen graag vroeg aankomen aan de Normandische noordkust om een plekje te vinden binnen ‘een’ bebouwde kom, zodat we vanaf de camperplaats lopend uit eten kunnen. We passeren op een afstand St. Malo en de Mont St. Michel, die we al veel vaker hebben bezocht. De laatste keer was in mei 2004 met Femma’s moeder en Wim, haar partner.
Rond 16.00 uur zijn we aan de Normandische noordkust en gaan we op zoek naar een overnachtingsplek in een van de kustplaatsjes. Dat valt vies tegen: het is er enorm druk, camperplaatsen staan vol, campings vol. We rijden uiteindelijk Honfleur binnen en ik heb er nog nooit zulke drommen mensen zien rondlopen. Het verkeer is chaotisch, alle parkeerplaatsen overvol tot de bermen aan toe langs de wegen buiten het stadje.
We hebben hier geen zin in, we doen snel wat lekkere inkopen bij een grote E.Leclerc supermarkt (had Honfleur nog niet in 2004) en gaan op zoek naar een France Passion boer. France Passion, de “club” waar we lid van zijn en waarmee je gratis mag overnachten bij (wijn)boeren in heel Frankrijk. In dit geval een appelboer die cider maakt, maar ook Calvados.
We worden hartelijk ontvangen, de familie Boissel is druk bezig met de voorbereiding van hun jaarlijkse “Open dag” morgen. Leuk, dan pikken we dat evenement morgen ook nog even mee!
We bereiden ons eigen diner, uit eten schuiven we een dagje op…
Vandaag gereden: 314km. Totaal: 6367km.
Heerlijk geslapen! Direct, rond 10.00 uur, begint hier de Open Dag, de eerste bezoekers hebben hun auto’s al links en rechts van de onze geparkeerd.
Wij gaan er ook heen. Het is érg leuk, dit is weer puur mazzel dat we hier zo terechtkomen! Onze appelboer pakt groot uit. Een collega wijnboer uit de Elzas, Denis Meyer en dochters, is helemaal hier naar toegekomen om mee te doen; ook zij bieden hier hun wijnen te koop (én te proeven!) aan. We hebben al snel 6 flessen gekocht: 2 Rosé, 2 Sylvaner en 2 Pinot Noir.
Daar blijft het niet bij: van de gastheer kopen we enkele flesjes Pommeau (een heeerlijk appel-apéritief, 17%) en Calvados, een op cognac gelijkende drank met 40-45% alcohol. En dan staan er nog de lokale kaas-producenten… Muzikaal wordt een en ander ondersteund door een antiek draaiorgeltje…
Rond 12 uur vertrekken we richting Pont-de-Normandie: de hoge (tol)brug over de Seine. Op de andere oever vermijden we de havenstad Le Havre, om bij Saint-Jouin-Bruneval weer aan de Normandische kust te komen. We lunchen op de parkeerplaats op de kliffen boven de oliehaven. Dan vervolgen we onze reis langs Etretat, Yport en Fécamp.
Normandië, vooral dit stuk, is prachtig! Dat vond ik 15 jaar geleden al en dat werd nu weer bevestigd. Heuvelachtig, steile en diepe dalen, overal die charmante vakwerkhuisjes en steeds de zee en de kliffen in de buurt. Echt fenomenaal. Qua landschap zou ik hier wel willen wonen! 🙂
Bij Veulettes-aur-Mer vinden we rond 17.00 uur een camperplaats aan de kust. Pal tegenover het strand, voor € 7,00 incl. toeristenbelasting. Hier blijven we vannacht!
Vandaag gereden: 138km. Totaal: 6505km.