Woensdag 15 juli 2009
We zijn op woensdag rond de middag vertrokken. Onderweg even langs Elburg, verse vis kopen. Die gaan we direct op een mooi plekje op de dijk tussen Walibi en Harderwijk opeten.
Zonder al te veel problemen komen we langs Utrecht, Breda en Antwerpen.
We informeren bij een camping vlakbij Duinkerken. Ze hebben wel plek, maar het hek gaat ’s ochtends pas om 7.00 uur open, en dan willen wij al in de rij staan voor de boot. Dat werkt dus niet…
We zoeken en vinden de geocache in het leuke vestingstadje (thuis opgezocht) en rijden dan toch weer terug naar Duinkerken. Daar vinden we een plek op de (gratis) camperplaats aan de haven.
Donderdag 16 juli 2009Donderdagochtend om 06.00 uur opgestaan. Om 06.40 uur rijden we weg naar het westelijk havengebied van Duinkerken, iets na zeven uur schuiven we aan in de rij voor de veerboot naar Dover.
Het inchecken gaat redelijk vlot, en tegen acht uur zitten we in een bar-restaurant gedeelte van het schip mét internet aan de koffie. Niet snel, dat internet, maar toch. Aloys skypt nog even, onder anderen met moeder en Bas van ISN.
Om 10.15 uur rijden we in Dover de veerboot af, de klok mag nu een uur terug dus het is 09.15 uur. We rijden door naar een parkeerplaats langs de kliffen, net buiten Dover. Pracht plekje om even een boterham te maken, met een kop koffie.
Onderweg, op de snelweg richting Oxford, komen we in een file en dan gaan we eraf. Ons vakantiemotto: niet in de file! Zo komen we langs Windsor Castle en het bekende plaatsje Eton.
Omdat we gehoord hebben dat het druk kan zijn op de Engelse campings bellen we onderweg maar even om te reserveren voor twee nachten. De informatie is juist, ze hebben nog wel een plek voor deze nacht maar niet voor de volgende.
Vlak bij de camping, in de buitenwijk Iffey, vinden we onze eerste Engelse geocache. Om 15.10 uur, lekker vroeg, komen we op de camping aan.
’s Avonds om 21.00 uur maakt Aloys de eerste radioverbinding met de vishengel-antenne met Nederland en Frankrijk. De antenne trekt veel bekijks op de camping, maar we krijgen geen klachten.
Gereden 314 Km.
We hadden voor ons bezoek aan Oxford graag de auto op de camping achtergelaten, maar nu moeten we er voor 12.00 uur af omdat we slechts één nacht konden blijven.
Eerst Engels geld opgehaald bij een zogenaamde Megastore, niet te ver van de camping. Daarna terug richting camping, naar een van de drie Park & Rides. Deze heet Redbridge. Je kan met je camper het terrein niet op, maar wel aan de achterkant parkeren na je eerst aangemeld te hebben bij de toezichthouders.
Daarna met de bus naar het centrum, uitstappen vlakbij Christ Church College. Intussen is het raining cats en dogs, maar wij liepen voor een groot deel binnen, dus droog. Hele oude gangen en binnenplaats rondom een groot vierkant grasveld. Zoals we dat kennen van inspector Morse. Of de eetzaal, die gebruikt is voor de opnamen van Harry Potter. Ook een heel mooie oude kapel.
Daarna wandelen we door de straatjes van Oxford en zien nog veel meer mooie oude Colleges met binnenplaatsen en kapellen. Ook de Radcliffe Camera en de Bodleian Library nadat we op High Street een steegje waren doorgelopen. Zo kwamen we ook langs eethuis Vaults, waar we heerlijk hebben gegeten.
Uiteindelijk weer terug met de bus naar de camper, een plekje zoeken voor de nacht. We zijn Oxford uitgereden richting Woodstock, waar we achter een landelijk gelegen pub tegen betaling van 5 Pond mochten overnachten op een keurig grasveld. In de pub nemen we, behalve een pint Engels bier, een bord Broccolisoep met Stiltonkaas. Heel apart!
Gereden 44 Km.
Gelopen: veel.
We gaan op weg naar de Cotswolds. Dat kennen we alleen maar van horen zeggen en uit de boekjes. Aloys heeft een soort rondrit bedacht, die gaan we doen. We komen terecht in Stow-in-the-Wold, een alleraardigst klein plaatsje. We kunnen midden op het dorpsplein parkeren. Rondom het plein liggen heel veel kleine huisjes, winkeltjes en een paar koffietentjes. We lopen een paar straatjes door, en gaan ergens koffiedrinken met carrotcake.
De Engelsen doen ook veel aan liefdadigheid en zijn dol op tweedehands. Zo kom ik in een winkeltje terecht van het Blue Cross. De opbrengsten hiervan komen ten goede aan de opvang van huisdieren. Ik koop hier een heel aardige set van 6 koffiebekers voor 3,95 Pond. Ik krijg er 6 schoteltjes en 6 gebaksbordjes bij. Koopje toch? In een ander winkeltje koop ik Engelse fudge voor de mensen thuis. Voor de liefhebbers: vlakbij is een Megastore maar daar zijn we niet geweest.
Het weer is zonnig en droog, ca 20 graden.
We eindigen de dag in de buurt van Snowshill Lavender. Inderdaad, dit ligt tussen de velden Engelse lavendel. Ik wist niet dat het bestond maar het is echt zo.
Bovenop de hoogste bult zou een camperplek zijn, bijna 300 meter hoog… Dat is voor de afstraling van de antenne natuurlijk ideaal, dus Aloys zag het helemaal voor zich.
Afijn, dit was voor Aloys tot nu toe één van de – letterlijke – hoogtepunten van de vakantie!
Gereden 81 Km.
’s Morgens worden we wakker met lichte regen. Het blijft vandaag niet droog: stevige buien en opklaringen (met zon) wisselen elkaar af. Met regenjassen en paraplu’s is het allemaal wel te overzien en het is gelukkig niet koud.
We komen door Bourton-on-the-Water, ook een leuk plaatsje. Maar doordat het zondag is en de Engelsen inmiddels ook vakantie hebben gekregen is het er ook erg druk dus we gaan verder.
In de regen bekijken we Arlington Row in Bibury. Erg pittoresk maar het is slechts een klein rijtje middeleeuwse huisjes en dat is alles. Valt mij in dat opzicht wat tegen. We vinden daar wel een hele moeilijke geocache, dat is weer mooi meegenomen!
Uiteindelijk komen we aan in Hay-on-Wye, het Engelse boekenstadje. Er is er ook een in Noorwegen (heel erg klein) en een in Nederland (Lichtenvoorde). Op een grote parkeerplaats mag je overnachten. Het is aan de rand van het stadje langs de weilanden, maar op slechts 200 meter lopen van het centrum! Er staan al een paar campers en een caravan en wij gaan er bij staan.
We hebben nog niet gegeten, en in dit plaatsje zou een prima adres zitten: The Old Black Lion. We hebben het snel gevonden en zijn nog wat vroeg maar dat is maar goed ook. Een uur later zit het vol, maar dan zijn wij inmiddels al voorzien van een paar heerlijke Engelse gerechten!
Gereden 191 Km.
Een strakblauwe lucht, zon! Later komen er wel wat bewolking, maar het blijft droog en zonnig. We doorkruisen het boekenstadje en scharrelen tussen de oude boeken. De oogst is bescheiden, Aloys koopt één pocket en ik twee boekjes in de voormalige bioscoop. De ‘schade’ bedraagt 10 Pond, minder dan € 12,00. Ook kijken we nog even bij de boeken in de tuin van de kasteelruïne. Ze kosten slechts 30 tot 50 Pence, maar ze staan buiten(!) en zijn dus vochtig… Het lijkt me dat daar weinig liefhebbers voor zijn.
We halen nog snel vers brood en twee quiches die we bij de lunch opeten. Het is een leuk klein plaatsje, maar tegen 11.00 uur hebben we het wel gezien en vertrekken we naar Abergavenny.
We rijden over een single-track-road en dat is soms schrikken als je tegenliggers pas laat ziet. Maar we doen het rustig aan want het is vakantie dus we hebben geen haast. Van Abergavenny naar Brecon, onderweg passeren we een paar keer een heel smal kanaal met daarin de zogenaamde narrowboats. Een mooi gezicht al die bootjes. Wel vreemd dat die kanalen soms heel hoog in het landschap liggen, langs de berghelling!
Vlak voor Brecon is een luxe camping met gratis Wifi. Dat heeft Aloys thuis al uitgezocht, dus tegenspraak is niet echt welkom. Het gratis wifi hebben ze verrekend met de prijs, als je het mij vraagt.
We rijden van Brecon naar de kust via een oude goudmijn. Je kunt die bezoeken, maar dat doen we niet. Wel vinden we daar de geocache. Onderweg veel regen, maar in de buurt van de kust is het droger, zoals Campersite-collega Bas ons al had voorspeld.
We rijden langs de kust naar het noorden, doen onderweg wat boodschappen en vinden een paar geocaches. Veel mooie uitzichten op zee. Eén geocache vinden we in de duinen, bij het strand.
In de namiddag rijden we langs een groene, vrij lege en rustige camping. Kamperen bij de boer blijkt het te zijn. We parkeren en hebben besloten om hier maar te blijven voor de nacht, Aloys heeft betaald.
Daarna bekijken we het sanitair: slik. Alles ruikt naar vocht, wat een walm. Vreemd genoeg is er wel normaal warm water beschikbaar, maar ik heb het wel gezien. We besluiten onmiddellijk om ons eigen sanitair te gebruiken. Voor ons staan 2 heel kleine één-persoons tentjes, ze lijken leeg. Als we er langs lopen wordt in het ene tentje met een lepel tegen een pannetje geslagen… Later komt hier een oude man uit, die we tussen half 6 ‘s middags en de volgende morgen half 10 maar één keer even gezien hebben. De rest van de tijd bleef hij in zijn kleine tentje met zo te zien alles dicht. Over zonderling gesproken.